Hoe een stad haar ziel verliest

De ziel van Halle


"Halle staat onder druk.  Onderhuids groeit een zeker ongenoegen.  De bekroning met de nieuwe, officieuze titel "provinciestad" dank zij de kaap der veertigduizend inwoners, smaakt wat slijmerig en kleft in de mond. Vergelijk even met het bruidsboeket van  koningin Mathilde in de Basiliek, of met de Halse Mariakroon.  Wat een glans...

Maar nu: De ziel waait beschaamd uit de binnenstad weg en doolt met de zwerfhonden mee langs tochtige hoogbouwblokken en torenhoge bouwkranen."

De pikzwarte doemdenker dichter die we even aan het woord laten, hierboven, doopt wat al te graag zijn pen in  vitriool. Een buitenmatige reactie natuurlijk op de "goed nieuws, goed gevoel"- tsunami die, volgens zijn onverbloemde mening, van ergens op het  Oudstrijdersplein is losgebroken en zelfs de golfslag van het  overdekte Hallebad van de wijs brengt, zo beweert althans deze onheilsprofeet.

En toch: de ziel verdampt, ze doolt, leest iedereen op sociale media, en als dat ook maar een beetje waar is, moeten de Hallenaren niet verwachten dat zij ooit nog wederkeert. Onrust is ons deel.

Wat is er aan de hand?  Echte Hallenaren stellen met een zeker leedwezen en met nog meer hartzeer vast dat oude vertrouwde gebouwen, bakens in de binnenstad,  de sloophamer steeds minder weerstaan en ontwijken.  Even was er hoop, toen bleek dat  de stadsbestuurders een sloopvergunning weigerden voor de  art-nouveau villa Reumont, Vanlier of Sainte-Anne (het zorgenkind kreeg al vele namen) aan de Villalaan. Maar of die  hoop ijdel zal blijken te zijn, kan onze glazen bol voorlopig niet uitmaken.

Wat doet de stad? Het stadsbestuur past de wet toe. In bouwzones mag gesloopt en genieuwbouwd worden. Dat is zeer correct en dat  hebben ook vele vastgoedmakelaars goed begrepen. In een  provinciestad waar het inwonerstal de nieuwe trots is, ligt dat misschien zelfs heel wat makkelijker dan in buurgemeenten waar de burgervader ronduit, open en bloot, verklaart  dat de voorkeur van zijn bestuur uitgaat naar een meer organische ontwikkeling en een beheersing van de groei; lees en begrijp: voor ons is het genoeg, wij geven de voorkeur aan rust en relatieve landelijkheid.

Wat er in Halle volgens onze "poète maudit" aan de hand is op het vlak van  Onroerende Erfgoedzorg en wat een trots stadsbestuur  kan en moet doen om dat waardevolle verleden te koesteren, is stof voor een volgende ongezouten mening.

Julien A.S. Papin

Geen opmerkingen:

Een reactie posten